Na een weekje Melbourne, heb ik er inmiddels ook alweer een kort weekje Tasmanië op zitten. Hier verbleef ik van maandag tot zondag in een appartement in Hobart en heb ik even kunnen genieten van de privacy die ik had: een eigen kamer, douche, keuken en niet te vergeten een eigen bed maakten mijn tijd hier compleet.

Aangezien ik een plekje voor mezelf had waar ik even tot rust kon komen en daar inmiddels wel aan toe was, heb ik (helaas) niet veel van Tasmanië gezien.

De dag van aankomst heb ik wat rondgelopen, foto's gemaakt en genoten van het uitzicht en de kleurrijke stijl van de huizen. De dag erop heb ik het centrum van Hobart ontdekt en geprofiteerd van het feit dat kleding in Tasmanië erg goedkoop is (zo kocht ik een nieuwe rok, top en trui voor in totaal nog geen 25 euro).

De enige dagen dat ik echt wat van Tasmanië heb gezien waren woensdag en vrijdag; voor deze dagen had ik van tevoren een dagtour geboekt. Woensdag heb ik de dag doorgebracht in een busje op weg naar en in Wineglass Bay en Freycinet National Park aan de oostkut van Tasmanië. Op de heenweg maakten we een korte stop, waar ze volgens mijn tourguide (zie foto) 'de lekkerste oesters' van Australië verkochten. Ik heb er eentje geproefd; of ze nou echt de lekkerste oesters van Australië zijn weet ik natuurlijk niet, maar ze smaakten zeker niet slecht. In het Freycinet National park hebben we een uurtje gewandeld totdat we het uitzichtpunt over Wineglass Bay, een prachtig strand dat behoort tot de top 10 mooiste stranden ter wereld, bereikten. Gedurende de korte hike een aantal wallaby's gespot (en geaaid) en vervolgens wat geluncht aan een ander strand een stukje verderop waarvan ik me de naam niet meer kan herinneren.

Vrijdag stond de tour naar het dorpje Richmond en hoogtepunt Port Arthur, een plaats vooral gekend door aanwezigheid van een voormalige gevangenis voor Britse veroordeelden van 1833 tot 1877, op de planning. Het schattige dorpje Richmond is vooral bekend vanwege de Richmond bridge, de oudste, maar nog steeds in gebruik zijnde, (boog)brug in Australië. Port Arthur vond ik een verbazingwekkend mooie plek voor de omstandigheden die er zo'n 200 jaar geleden heersten. Erg veel van de geschiedenis heb ik tijdens een verzorgde rondleiding helaas niet meegekregen, aangezien ik te druk bezig was met het vastleggen van de omgeving. Foto's heb ik dus genoeg; voor degene geïnteresseerd in de historie van Port Arthur: http://portarthur.org.au/

Donderdag heb ik net als maandagavond en dinsdag niet veel uitgevoerd. Ik heb opnieuw wat door de stad gedwaald en plaatjes geschoten van de omgeving. Zaterdag heb ik vrijwel de hele dag doorgebracht op de bekende Salamanca Market, waar ze echt van alles verkochten: van tweedehands spullen en kleren, tot groente, fruit, chocolade, kruiden, sieraden, huidproducten en souvenirs. Ook stond de markt natuurlijk bomvol eetkraampjes en werden er zelfs Nederlandse pannenkoeken en 'oillebolen' verkocht. Tegen de avond ben ik terug gelopen naar mijn appartement, heb ik gekookt en gegeten en ten slotte mijn spullen ingepakt aangezien ik de volgende ochtend weer terug zou vliegen naar Melbourne. Eenmaal in Melbourne, ontmoette ik mijn vrienden gemaakt in het hostel weer: ready voor onze roadtrip langs de Great Ocean Road die van zondag tot vrijdag zou duren.